woensdag 17 april 2013

De zakkenroller

maandag 18 maart 2013


 









 
 Esperanza López danst rond de Levensboom
 Had op en nacht een akelige droom
 Haar ster aan de hemel viel prompt in zee
 En nam in haar val haar levenslach mee
 
 In tranen werd zij wakker, liep terstond naar 't strand
 Zag een witte zeester in ’t zwarte zand
 De zeester sprak : “Ach kind, waarom die smart ?”
 En lei de lach weer in Esperanza’s hart

 Esperanza López danst rond de Levensboom

                                             
                                               La Gomera, februari 2013

 

zondag 17 maart 2013

Veterano en tao


Veterano en tao












Valle Gran Rey,
Isla de La Gomera,
domingo, 17 de febrero 2013.
Uit het dagboek van een occasionele Gomero.

"Geniet van je zijn daar op La Gomera. Warme groet."

Het open sms-bericht van Liese voert me naar het terras

van Casa Maria. Vijf muzikanten spelen en zingen er
Canarische en Mexicaanse canciones onder een
schitterende sterrenhemel. "Un Veterano, por favor."
Veterano is een Spaanse brandy, die smaakt naar nog

meer Veterano. De barman schenkt mij een 'royale'
dosis in. Blijkbaar heeft hij de koning van Vloesberg
herkend. De opzwepende muziek draait op volle toeren.

Een koppel neemt plaats aan het tafeltje naast me.

In hun blik lees ik vrede. Wij raken aan de praat. Russell
is een Australisch avonturier en zeiler. Vriendin Nina
komt uit Hannover, Duitsland. Het klikt meteen tussen
ons, Russell inbegrepen. Zielsverwanten trekken elkaar
immers aan.

Een Veterano later vertelt hij over de aankoop van zijn

2dehands zeilboot - voor - ervaren - zeebonken, die voor
anker ligt in Turkije. Hij wil er ooit de grote plas mee
oversteken, bestemming Caraïben. Maar de boot heeft
nog geen naam, en voor zover ik weet steekt men met
een boot - zonder - naam geen plassen over.

Tijdens de volgende Veterano vertel ik op mijn beurt over

mijn 2dehands kayak - voor - dummies, die ik 'Panta rhei'
heb genoemd, naar het citaat van de Griekse filosoof
Heracleitos. Een buitenbeentje onder de Griekse wijsgeren,
omdat zijn filosofie aanleunt bij het taoïsme. 'Panta rhei'
betekent letterlijk 'alles stroomt' en klinkt in mijn oren ook
als 'alles loslaten', de sleutel voor een gelukkig leven.
Blonde Nina reageert enthousiast wanneer ik de zin 'panta

rhei' uitspreek. De piercing in haar mooie neusvleugel - een
piepklein diamantje - begint te fonkelen, als een van de
sterren die Casa Maria overkoepelen. Of is haar plotse
uitspatting een spontane ontlading na het horen van het
zalige timbre van mijn stem ? Dit laat ik in het midden.

'Panta rhei' krijgt vleugels want nog een Veterano en wat

gefilosofeer later staat hun besluit vast : hun zeilboot krijgt
dezelfde naam als mijn kayak.

De gedachte dat ergens in diepe, open wateren een zeilboot

zal varen, die zijn naam dankt aan onze ont-moeting, vervult
mijn hart met dankbaarheid.
En de sterren worden steeds helderder.

Dit is tao.

vrijdag 6 februari 2009

Postimpressionisme


Chinuuze stuute


Een vrouwelijke collega kwam gisterochtend al huilend het bureel binnen. "Hij zal ervoor boeten !" zei ze herhaaldelijk, kwaad en verdrietig. Meelevend als ik ben vroeg ik haar wat er gebeurd was, terwijl ik haar een reeds gebruikt papieren zakdoekje aanreikte. Ze vertelde me dat ze haar vriend betrapt had met een andere vrouw, een Chinese nota bene. Ik zei haar dat hij het zeker gedaan had voor haar mooie spleet-ogen. Men moet altijd voorzichtig zijn met dergelijke uitlatingen, die soms in een verkeerd keelgat kunnen schieten. Ik wil nooit choqueren, maar ik wist natuurlijk met wie ik te doen had. Ze schrok eerst. Het is natuurlijk nooit leuk als je lief je bedriegt, maar mijn devies always look on the bright side of life overwon na enige tijd haar boosheid en verdriet en ze lachte weer.
Zo zie je maar hoe de juiste woorden van medeleven verdriet kunnen doen omslaan in vreugde. Intussen lag haar vriend waarschijnlijk te zingen van always look on the yellow side of life. Als 't maar blinkt...

dinsdag 27 januari 2009

Eau de vie


Acryl op doek, 75 x 80 cm.

zondag 25 januari 2009

                                                                          
Een nieuwe vriend














Lidingö, Stockholm. 25 augustus 2006.

Ik maak een wandeling langs een rustige baai. Schilderachtige bootjes dobberen op het stille zilte water, verscholen tussen het hoge riet. Ik rust even uit aan de oever om het panoramisch zicht te bewonderen. In een mum van tijd komen uit alle richtingen eenden aangegleden om mij te begroeten. Voor alle duidelijkheid : begroeten staat in eendentaal voor bedelen om brood. Sorry, jongens, ik heb geen brood bij me. Ze begrijpen natuurlijk geen Nederlands. De hele meute neemt plaats op een strandje en begint synchroon aan een grondige toiletbeurt. Zoveel sociale eensgezindheid ontroert me. Op twee dissidenten na. Die nemen niet deel aan het ritueel en hebben blijkbaar andere plannen.
Roerloos zitten ze naast elkaar, de zwemvliezen netjes ingepakt in hun donzig pluimage. Ze staren mij aan, haast met een menselijke blik, en volgen nauwgezet elke beweging die ik maak. Ik heb jullie door hoor, rakkers ! Jullie denken dat ik jullie eerst zal bedienen, maar ik zei het al, ik heb geen eten bij me. Ik lees vrede in de kleine zwarte blinkende oogjes van die kwajongens, of moet ik zeggen kwaakjongens.
Enkele ogenblikken later geeft een van hen het op en verlaat de scène. De ander schuift intussen wat dichterbij en blijft geduldig wachten op een kruimeltje. Ach, had ik nu toch maar wat knäckebröd meegenomen. Niets aan te doen...
Ik heb een ornitologische ontdekking gedaan : een Zweedse eend doet kweuk in plaats van kwaak. Ik weet het, het is een cliché maar 'k moet er toch mee lachen.

Ik zet mijn promenade verder langsheen het pad aan de waterkant. Op de hellingen pronken gezellige houten huizen, in typische Zweedse bouwstijl opgetrokken en gekleurd in warme aardtinten. Moest ik hier een schilderij maken, dan zou pure gebrande sienna zeker niet ontbreken op mijn palet...
De natuur verwent me met grote berkebomen, pijnbomen, meidoornen en eeuwenoude eiken. God, wat is het zalig vertoeven in jouw tuinen van het Noorden. Tussen de met mossen en varens begroeide rotsblokken schieten hier en daar enorme donkere paddestoelen uit de grond. Er hangt een zweem van mysterie over dit landschap. Nu is de lucht helder maar wat moet het niet zijn als er mist hangt. Geen wonder dat hier de legenden ontstonden over trollen, kabouters en elfen. Zou ik ook eens van die paddestoelen proeven en de legenden aan den lijve ondervinden ?

De bejaarde eiken regeren over het eiland. Ik voel me aangetrokken door een imposante vorst, die zeker al een paar honderd jaar met pensioen is. Stel je voor wat een geschiedenis zo'n reuzen dragen. Ondanks zijn gezegende leeftijd heeft hij nog niets ingeboet van zijn adellijke en gezagdragende uitstraling. Zijn taille heeft een meterslange omtrek. Zijn ontelbare armen zijn zelf uitgegroied tot dikke bomen. Aan de hoge uiteinden tekenen zijn zwarte kronkelende vingers zich grillig af tegen het witte wolkendek. Ik begroet hem met eerbied en ontzag. Daarop nodigt hij me uit zijn doorleefde lijf aan te raken met beide handen. Wat een goddelijk gevoel. Ik leg mijn hoofd tegen zijn betonharde buik en luister naar zijn traag kloppend hart. Hij zegt me dat ik een wens mag doen. Ik aanvaard zijn koninklijke geste en doe mijn wens. Er volgt een stilte. Een lange tijdloze stilte. Neen, jou mag niets overkomen. Ik neem plaats op het bankje dat onder de boom staat, neem potlood en papier en schrijf dit stukje neer.

Zware donderwolken schuiven langzaam over de baai. Het is tijd om te gaan. Ik dank zijne majesteit en neem plechtig afscheid. Op mijn terugweg kijk ik nog even om. Er bloeit blijdschap in mijn hart, want ik heb een nieuwe vriend.